Van WarChild-bestuurslid naar beddengoedverkoper: het lijkt een onwaarschijnlijke ommezwaai, maar Yumeko-oprichter Rob van den Dool vindt van niet. “Wat het met elkaar verbindt, is mijn geloof in maakbaarheid van de wereld”, zegt hij. Ik geloof heilig in de druppel op de gloeiende plaat.

Tot zo’n tien jaar geleden combineerde Van den Dool zijn werk in de marketing- en communicatie met een rol als bestuurslid van hulporganisatie WarChild. Toen hij in 2007 stopte als bestuurslid, ging hij de sociale kant missen in zijn werk. “Ik adviseerde bedrijven over hoe ze positieve impact kunnen maken. Het leek me leuk om dat zelf als ondernemer te kunnen doen.”

Samen met Stephan Zeijlemaker ging hij op zoek naar een product. Iets om te verkopen, waar ze tegelijkertijd een positieve verandering mee op gang konden brengen. Moesten het fietsen worden? Sapjes? Thee? “Na een tijdje belde Stephan: waar lig je eigenlijk onder te slapen? Ik moest even kijken, maar het was een donzen dekbed. We zijn onderzoek gaan doen. Mijn dekbed bleek een beerput van dierenleed.”

Biologisch katoen

Dat het duo niet eerder aan beddengoed had gedacht, is niet zo gek. Gesprekken over misstanden in de textielindustrie – pesticidengebruik bij katoen, slechte arbeidsomstandigheden, vervuilend verfproces – gaan eigenlijk altijd over kleding. “Terwijl in een dekbedovertrekset toch echt zo’n zeven keer meer katoen zit dan in een t-shirt”, zegt Van den Dool. “Maar beddengoed ligt in je slaapkamer; anderen krijgen het nauwelijks te zien. Dat maakt het minder snel een gespreksonderwerp, terwijl het een miljardenindustrie is.”

Yumeko gebruikt alleen biologisch katoen, gecertificeerd door GOTS (Global Organic Textile Standard). Maar ook biokatoen heeft flink wat water nodig. “Daarom kopen we ook geen katoen die in woestijnen is geteeld, zoals in Oezbekistan of Egypte. We zitten alleen in regenrijke gebieden in India. Al het benodigde water komt van de regen.”

Het katoen komt van Chetna Organic. Van den Dool: “Een groep boerenfamilies plant één keer in het jaar katoenplanten, als ‘cashcrop’ om geld mee te verdienen. Wij kopen dat allemaal op. De rest van het jaar verbouwen ze op die plek hun eten. Zo kan de katoen de bodem niet uitputten.”

Yumeko betaalt er een meerprijs voor van 50-60 procent ten opzichte van reguliere katoen. Van dat geld krijgen de mensen een leefbaar loon. Ook wordt geld gestoken in bijvoorbeeld ondersteuning van vrouwen en kinderen.

Eigen donsketen

Voor verantwoorde dons zette Yumeko zelf een keten op, die inmiddels ook door beddenfabrikant Auping wordt gebruikt. “Dons komt in veel gevallen uit China”, zegt Van den Dool. “De dieren worden vaak al geplukt als ze nog leven.” Een garantie dat ze pas ná hun dood worden geplukt, konden Chinese bedrijven niet geven.”

Yumeko ging op zoek en kwam uit bij eendenboerderijen in Nederland en Duitsland, waar de dieren voor vleesproductie worden gehouden. Voordat ze daarmee gingen werken, stelden ze een pakket eisen op over voeding en stallen. Dat resulteerde uiteindelijk in het keurmerk Responsible Down Standard (RDS), dat in samenwerking met bedrijven als kledingmerk Patagonia werd opgericht.

Het plukken van eenden gebeurt via dit keurmerk alleen in de slachterij. Als de eenden gedood zijn voor het vleesgebruik wordt al het dons en de veren verwijderd. Eigenlijk is dons dus alleen een bijproduct van de vleesindustrie.

Levende pluk is onder de RDS-standaard verboden. “We weten nu precies waar het dons vandaan komt”, zegt Van den Dool. “In tegenstelling tot dons dat in grote balen uit Azië geïmporteerd wordt. Dit kun je niet meer traceren.”

Animal rights

Maar met het keurmerk ben je er nog niet, bleek toen de groep Animal Rights met een verborgen camera filmde bij enkele van de boerderijen. “Op die filmpjes zagen we dat het laden van de dieren heel lomp gebeurde. Eerst werd ik boos, daarna zijn we regels gaan opstellen over hoe het laden moet verlopen. Die hadden we nog niet.”

Dons hergebruiken gaat Yumeko ook doen. Deze herfst komt er een dekbed van gerecycled dons, waarvoor oude dekbedden worden ingezameld. Die zijn van allerlei merken, dus een garantie van oorsprong is niet te geven. “Maar anders zouden ze worden vernietigd.”

Reststof wordt badjas

Recycling zit sowieso verwoven in het maakproces van Yumeko. Resten jersey-stof die overblijven na het maken van beddengoed, worden badjassen. Een samenwerking met spijkerbroekenmerk Mud Jeans resulteert binnenkort in een boxspring met gerecyclede denimstof. En elk thuisbezorgd pakketje bevat een zakje van restmateriaal, gevuld met lavendel. “Daar ga je beter van slapen.”

En het katoen, hoe zit het daarmee? Van den Dool: “Gerecycled katoen bestaat wel, maar nog niet van de juiste kwaliteit. Voor een mooi dekbed heb je lange draden nodig, er liggen dan heel veel draadjes over elkaar heen. Die maken het zacht. Gerecycled katoen bestaat altijd uit korte draden. We doen wel mee aan een pilot voor topkwaliteit gerecycled katoen, maar daar kan ik nog niets over zeggen.”

Millenials

In eerste instantie waren de klanten van Yumeko vooral vermogende mensen, nu weten ook steeds meer millennials ze te vinden. Van den Dool: “In de eerste plaats omdat het super zacht en van de hoogste kwaliteit. Je koopt ook geen vieze drop omdat die biologisch is.”

De dekbedovertreksets kosten rond de 100 euro, een dekbed enkele honderden euro’s. “Mensen vinden het een beetje aan de prijs. Maar wij zeggen: dit is het lekkerste wat je ooit gevoeld hebt en de hele keten is afgedekt met keurmerken. Elders koop je misschien een dekbed voor 20 euro, maar hoe kun je voor die verkoopprijs een verantwoord dekbed maken?”

> Lees ook 'Waarom katoen zo lastig biologisch te krijgen is'

Fotografie: Yumeko