De onderstaande column verscheen op 27 juni in Het Financieele Dagblad als onderdeel van een reeks opinieartikelen van Kees Vendrik waarin hij zijn visie geeft over economische en politieke vraagstukken.

In 1944 werd het Verdrag van Chicago ondertekend. Terwijl de wereld in oorlog en geweld was ondergedompeld, sleutelden onderhandelaars uit 53 landen aan de naoorlogse ordening voor de internationale luchtvaart. De wereldgemeenschap zou baat hebben bij verzoening, ontmoeting en vriendschap, zo was de sympathieke gedachte. Vliegen moest dus gestimuleerd worden. Daarmee zag de belastingvrijstelling voor kerosine het licht.

Dat hebben we geweten. De mondiale luchtvaart is als kool gegroeid, zo ook de uitstoot van CO2. Van het akkoord van Parijs, dat beoogt klimaatverandering tegen te houden, is de luchtvaart uitgezonderd. Ook deze zomer kunnen we belastingvrij voor een habbekrats naar zuidelijke oorden.

Milieuschade en welvaartsverlies

Dat is niet gratis. Rekent u even mee. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) becijferde onlangs in een interessante studie dat de milieuschade door met name uitstoot van luchtverontreinigende stoffen en broeikasgassen in Nederland optelt tot 31 miljard euro. Dit welvaartsverlies bedraagt 4,5% van het bruto binnenlands product (bbp). We zijn dus minder rijk dan we denken.

De meeste schade wordt veroorzaakt door verkeer en vervoer (12 miljard euro). Dit is de rekening in Nederland. Als de milieuschade wordt meegenomen van Nederlandse consumenten en bedrijven in het buitenland – en de schade veroorzaakt door buitenlanders in Nederland wordt weggelaten – loopt de teller per saldo op naar 37 miljard euro. Onze vlieglust is dan goed voor 3,5 miljard euro. Schade die wordt afgewenteld en niet in de ticketprijs is inbegrepen.

Het beginsel ‘de vervuiler betaalt’ gaat al decennia mee, maar de toepassing valt tegen

Dit soort sommen is gevoelig voor aannames, er is immers amper een markt waar schadeprijzen tot stand komen. Jaren van onderzoek en discussie hebben inmiddels wel een variëteit aan proxy’s opgeleverd (schadekosten, preventiekosten etc.) die het PBL hier benut. Voor de uitstoot van CO2 is in voornoemde som van 31 miljard euro een prijs van 57 euro per ton CO2 gehanteerd. Dat is betrekkelijk mild.

Kees
Kees Vendrik, hoofdeconoom van Triodos Bank

Nu met de ondertekening – niet door president Donald Trump – van het akkoord van Parijs de mondiale temperatuurstijging tot maximaal 2 graden Celsius moet worden begrensd, correspondeert dat met hogere preventiekosten van 93 euro per ton CO2, aldus het PBL. De totale milieuschade loopt dan op naar 38 miljard euro.

Geen bonnetje

In de dagelijkse economie is hiervan nergens een bonnetje te vinden. Evenmin staat ergens een kassa of incassoclub om deze rekening te innen, noch is er een departementaal begrotingshoofdstuk Milieuschade van 31 miljard euro. De waarde van dit soort exercities ligt nu elders. Het biedt bijvoorbeeld zicht hoe de bijdrage van economische sectoren aan het bbp zich verhoudt tot het aandeel in de milieuschade. Dan blijkt de milieuschade van raffinaderijen, landbouw en de energiesector relatief hoog en dat is ook voor vervoer, delen van de industrie en afvalverwerking.

CV

KEES VENDRIK

Kees Vendrik is hoofdeconoom van Triodos Bank. Vendrik houdt zich in deze functie bezig met onderzoek naar financiële, sociale en politieke vraagstukken en het stimuleren van de dialoog over geld en duurzaamheid. Daarnaast is hij sinds 1 september actief als lid van de raad van advies van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Vendrik was eerder lid van het college van de Algemene Rekenkamer en lid van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks.

> raad van advies van het Centraal Bureau voor de Statistiek
> Algemene Rekenkamer

Bezien we productie- en consumptieketens, dan blijkt – uit eerder werk van het PBL – dat de meeste milieuschade vooral in de productiefase optreedt. Voornoemde sommen en analyses kunnen ook worden benut om gericht vergroening van de belastingen na te streven. Het beginsel ‘de vervuiler betaalt’ gaat al decennia mee, maar de toepassing valt tegen. Vooral auto’s en burgers worden belast, productiesectoren worden nog steeds ontzien.

Een beter overheidsbeleid

Dat hier een krachtig aangrijpingspunt ligt voor beter overheidsbeleid bleek ook uit een recente Policy Brief van het Centraal Planbureau over de circulaire economie. Om economie en ecologie in balans te brengen is een efficiëntere omgang met grondstoffen, materialen, producten en afval nodig. Beprijzing van milieuschade is het sleutelwoord. De schrijvers bepleiten geleidelijke invoering van milieubelastingen en voorspelbaar (lange termijn) beleid.

Dat is terecht. Marktpartijen zullen dan hun investeringen aanpassen aan de (oplopende) inprijzing van externe effecten en ook financiers kunnen hiermee uit de voeten. Hier ligt een kans voor het kabinet bij het ontwerpen van een bestendig klimaatbeleid. Zou het denkbaar zijn een groene dividendbelasting in te voeren, die een algehele vrijstelling biedt aan kapitaalverschaffers die investeren in bedrijven die hun CO2 voetafdruk snel laten dalen?

Ondertussen doen wij allen er verstandig aan twee keer na te denken voordat we weer een vlucht boeken. Een retourtje Chicago is dan nu de beste optie. Dat sympathieke verdrag moet op de schop.

> Lees de andere columns die Kees Vendrik voor Het Financieele Dagblad schreef