Limitarisme staat eigenlijk haaks op een wereld zonder extreme armoede. Het gaat juist over een wereld zonder extreme rijkdom. "Het gedachtegoed erachter gaat ervan uit dat een wereld zonder extreme rijkdom beter én eerlijker is," legt Robeyns uit. "Extreme rijkdom is volgens mijn analyses gewoonweg niet te rechtvaardigen."

Robeyns stelt dat mensen met te veel geld een oneerlijk grote invloed hebben op zaken als beleid, politieke beslissingen en het gebruik van grondstoffen. "Dat beïnvloedt uiteindelijk de hele samenleving. En het tast onze normen en waarden aan," zegt ze. "We zijn gewend geraakt aan het idee dat mensen eindeloos geld en bezit kunnen verzamelen. De meeste mensen vinden dat heel normaal."

Oneerlijke rijkdom

Maar extreme rijkdom komt zelden op een eerlijke manier tot stand. In haar boek spreekt Robeyns over dirty money: het feit dat extreme rijkdom vaak ontstaat door zaken als belastingontduiking, het monopoliseren van grondstoffen en historische ongelijkheid. "Historisch gezien is bijvoorbeeld veel rijkdom vergaard door uitbuiting en koloniale onderdrukking, slechter dan dat kan bijna niet," zegt ze.

Een andere misvatting over extreme rijkdom is dat het ontstaat door hard werken. Vaak spelen zaken als geluk en privilege een belangrijkere rol, stelt Robeyns. Veel miljardairs hebben hun vermogen gekregen door erfenissen, marktmacht of slimme investeringen (of toevalstreffers). Niet per se door hard werk. "Geluk speelt een veel grotere rol in ons leven dan we willen toegeven," aldus Robeyns.

Ook de financiële sector draagt bij aan (het in stand houden van) extreme rijkdom. “Rijke mensen krijgen een privébankier toegewezen, die ervoor zorgt dat ze hun vermogen behouden en zelfs nog rijker worden," zegt ze. Hierdoor neemt de ongelijkheid alleen maar verder toe.

Een grens van 10 miljoen euro

Om deze redenen pleit Robeyns in haar boek voor het instellen van een maximale hoeveelheid rijkdom. "Mensen verschillen van mening over waar die grens moet liggen, maar bijna iedereen is het erover eens dat er een grens moet zijn," zegt ze. Waar ligt die grens dan? Robeyns baseerde zich op studies in Nederland en het Verenigd Koninkrijk en kwam uit op een bovengrens van 10 miljoen euro. "Ik had liever geen specifiek bedrag genoemd," geeft ze toe. "Maar anders zouden mensen zeggen: ik ben het ermee eens, laten we het op 1 miljard zetten."

Ze benadrukt dat dit bedrag een startpunt is voor discussie. "Ik denk bijvoorbeeld dat er ook een morele grens is... Hoeveel heb je als individu echt nodig? Ik denk dat die grens eerder 1 miljoen euro zou moeten zijn."

Politieke en economische haalbaarheid

De vervolgvraag is: hoe vertaal je het idee van limitarisme naar de praktijk? Het grootste probleem daarbij is dat rijke mensen hun geld gemakkelijk naar andere landen kunnen verplaatsen om belasting te ontwijken. Robeyns vindt dan ook dat landen hier gezamenlijk strengere regels voor moeten maken. "Een recent belastingrapport laat zien dat nieuwe regels, voor een minimale belasting van 15 procent, nu al op allerlei manieren omzeild kunnen worden," waarschuwt ze. "Als we de kern van het probleem niet aanpakken, blijft dit doorgaan."

Mogelijke oplossingen zijn hogere belastingen op erfenissen en vermogen, internationale samenwerking om belastingparadijzen af te schaffen, strengere financiële controle en ethische investeringen door financiële instellingen. "Het is ongelofelijk dat we de controle over de rijksten van de wereld zomaar hebben opgegeven", zegt ze.

Naar een eerlijkere samenleving

Robeyns benadrukt dat limitarianisme niet bedoeld is om rijke mensen te straffen. Het gaat om een eerlijkere verdeling van rijkdom. Als samenleving moeten we daarom de vraag stellen: vinden we onbeperkte rijkdom normaal? Economische ongelijkheid komt wereldwijd voor. Het is in dat opzicht de ‘normaalste’ zaak van de wereld. Robeyns: "Maar dat is geen excuus om er niets aan te doen."