Er was niet één moment waarop Chris Julien besefte dat klimaatverandering steeds ernstiger werd. Het was een opeenstapeling van momenten. Tot er een berg ontstond waar hij simpelweg niet meer omheen kon kijken: de knop moest definitief om. Een reportage over de verzuring van de zee en het alarmerende domino-effect dat dat zou hebben voor levende organismen. De inzichten over planetaire kantelpunten, zoals het smelten van ijskappen en gletsjers. En uiteindelijk een foto die hij zag in 2018, van een spandoek met de tekst ‘CLIMATE CHANGE, WE’RE FUCKED’. Ik wist al langer dat er een probleem was. Vanaf dat moment probeerde ik er een passend antwoord op te vinden.”

portretfoto van klimaatfilosoof Chris Julien
Chris Julien, auteur van ‘Alledaags activisme’

Zijn antwoord: activisme. Want het veranderen van individueel gedrag is niet genoeg is om de klimaatproblematiek het hoofd te bieden. “Systeemveranderingen en individuele acties staan te ver van elkaar af. Groen consumeren als oplossing voor het klimaatvraagstuk is een fopspeen om mensen een goed gevoel te geven, maar het zet weinig zoden aan de dijk. Je moet de groep meekrijgen.”

Maar verandering vraagt nogal wat van de mens als groepsdier. “De status quo is nog altijd dat het goed gaat: er is vooruitgang, de levensverwachting gaat omhoog. Klimaatverandering gooit dat allemaal fundamenteel overhoop, maar psychologisch houden we vast aan het beeld dat alles oké is.” Julien ziet mensen wat dat betreft ‘mentale acrobatiek’ uitvoeren. Uit zijn boek: ‘We laten het klimaatnieuws van ons afglijden en gaan door met ons leven, maar ondertussen zwelt de dystopische liftmuziek op de achtergrond aan.’

Hij vergelijkt het met een groep zebra’s op de savanne. “Misschien zijn er een paar zebra’s die wel iets anders zouden willen, maar niemand wil de eerste stap zetten en alleen komen te staan." Met andere woorden: zolang de groep een bepaalde richting oploopt, blijft dat ook zo. Want zebra’s blijven het liefste dicht bij elkaar. De groep bepaalt.

Iedereen voert anders actie

Toegegeven: het was best even eenzaam toen Julien het activisme omarmde en ‘uit de groep stapte’. “Mensen zien je als een verstoring. Maar inmiddels geeft het me ook veel vrijheid, ik sta immers al buiten de groep. De eerste die zich uitspreekt, krijgt het het zwaarst te verduren. Voor iedereen die daarna volgt, is de stap minder spannend.” 

Gaandeweg realiseerde hij zich ook dat niet iedereen op dezelfde manier actievoert. “Je hebt mensen die op de A12 gaan zitten, maar daarnaast is er nog een hele grote groep die misschien liever een brief naar de krant schrijft, op werk in actie komt, of een balletje opgooit binnen de vriendengroep. Om bij de metafoor van de kudde te blijven: elke zebra heeft nét andere strepen.”

Daadkracht en moeite

Met dat gegeven in zijn achterhoofd schreef Julien ‘Alledaags activisme’. Zijn voornaamste punt: iedereen heeft de superkracht om activistisch te worden. “We zijn allemaal kwetsbare mensen op een kwetsbare aarde, dat is wat ons verbindt. Vanuit die gedachte denk ik dat iedereen kan opstaan om de groep van richting te doen veranderen. Je moet vooral een beetje moedig zijn.”

Gemakkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk, want: niemand wil anderen tot last zijn, onrust veroorzaken of alleen komen te staan. Maar misschien ben je wel veel minder mensen tot last dan je denkt. En sta je ook veel minder alleen. Mensen maken zich namelijk wel degelijk zorgen over klimaatverandering. In zijn boek beschrijft Julien dat mensen met zo’n 30 procent onderschatten hoeveel andere mensen zich zorgen maken om de klimaatcrisis. Maar liefst 80 procent van de mensen maakt zich zorgen en wil goed beleid. Tegelijkertijd voelen veel mensen zich alleen in hun gevoelens over het klimaat. “Als die individuele zebra’s eenmaal weten dat ze niet de enige zijn die verandering willen, komt de groep vanzelf in beweging.”

Natuurlijk gaat dat niet vanzelf: systeemverandering kost daadkracht en moeite. Die ene zebra die zich buiten de groep plaatst, wordt vaak versleten voor iemand die overdrijft, die je vooral niet te serieus moet nemen. “Uitsluiting houdt de rest van de groep bijeen. Maar... dat principe werkt ook andersom. De wetenschap laat zien dat als een minderheid van circa 20-30 procent wél in beweging komt, de rest van de groep vanzelf volgt. Zo krijg je een kudde in beweging.”

Voel de urgentie

Hoe breng je alledaags activisme dan in de praktijk? Van Julien hoef je geen simpel stappenplan te verwachten om klimaatbewuster te leven. In zijn boek besteedt hij dertig pagina’s lang vooral aandacht aan de omvang van het probleem. “Je moet doordrongen zijn van de urgentie om überhaupt in actie te kunnen komen. Als je niet écht voelt wat er op het spel staat, is het lastig om anderen in beweging te krijgen.” Toch zijn er een aantal vervolgstappen uit het schrijfproces gerold die kunnen helpen om alledaags activisme te bedrijven. Julien deelt er drie.

1. Start dichtbij

Bedenk van welke groepen je onderdeel bent - en waar je je superpower kan inzetten. Je sportclub, je werk, maar ook je vriendengroep of een gebedshuis. Op al die plekken kun je zaadjes planten voor systeemverandering en het onderwerp bespreekbaar maken.

2. Maak je doel concreet

De volgende vraag is wat je bij deze clubs waar je onderdeel van uitmaakt, kan veranderen. “Als onderdeel van een groep kun je dingen in beweging zetten, op basis van gedeelde waarden. Zorg er daarbij voor dat je een duidelijk doel hebt. Dus niet ‘We moeten verduurzamen’, maar ‘elke voetbalclub moet energieneutraal worden en die van ons wordt de eerste’. Op die manier krijgen mensen zin om ermee aan de slag te gaan.”

3. Begin zo snel mogelijk

En met de derde stap kan je morgen al aan de slag. Een vergaderpunt dat je in kan brengen op werk, zelf beginnen om de publieke ruimte waar je woont te vergroenen, betaalbare deelauto’s in de wijk organiseren. Kortom: aan de slag op een manier die bij je past. Op die manier geef je het signaal aan anderen dat er werk aan de winkel is én laat je zien hoe je daar vorm aan kan geven.

Wat te doen met weerstand

Maar: je uitspreken tegen iets kan hartstikke spannend zijn. Klimaatverandering is nu eenmaal geen gezellig onderwerp om over te beginnen. En veel mensen zijn niet gewend om zich uit te spreken. “Maar je zult zien dat er meer mensen zijn die zich zorgen maken. Met hen kan je de status quo veranderen.”

Tegelijkertijd is de kans groot dat je op weerstand stuit, vervolgt hij. De kunst is dan om moed te houden en uit te vinden wat wél aanslaat. Het werkt vaak niet om mensen te vertellen wat ze wel of niet moeten doen. “Begin met het uitspreken van je zorgen, leg dat aan mensen voor en ga op die manier het gesprek aan om tot positieve stappen te komen. Zo zoek je de gemeenschappelijke deler en staan mensen er echt achter.”

Soms is het even zoeken waar mensen op aanslaan. “De een wil een betere wereld voor z’n kind, de ander vindt het belangrijk om goed voor de medemens te zorgen. Een derde maakt zich zorgen om dalende biodiversiteit. Door uit te vinden wat mensen in beweging brengt, heb je meer kans van slagen.”

Je bent niet alleen

Het belangrijkste dat hij zelf heeft bereikt met zijn activisme is mensen het idee geven dat ze er niet alleen voor staan. “Het ene moment sta je met 10.000 mensen op de A12, de volgende dag zie je een handjevol demonstranten voor een stadhuis staan of onderbreekt iemand een vergadering om de klimaatcrisis op de agenda te zetten. Mensen voelen zich gemotiveerd, omdat ze weten dat ze zich uit kunnen spreken.”

Dat zorgt niet alleen voor meer slagkracht, maar maakt ook dat Julien zich verbonden voelt met andere klimaatactivisten. “Het is fijn om te weten dat je niet alleen bent, er zijn mensen die er net zo instaan als jij.