Getalsmatig is de Nederlandse biologisch-dynamische beweging klein – er zijn nu 156 biodynamische bedrijven die samen 0,5 procent van het Nederlandse landbouwareaal vertegenwoordigen. Maar de invloed van de biodynamische landbouw als alternatief voor de intensieve landbouw groeit snel, zegt Tineke van den Berg, biodynamische boerin op de Stadsboerderij Almere en voorzitter van de stichting Demeter.
Geen mestoverschot
De gangbare landbouw kan van alles leren van biodynamische boeren, stelt ze. Biodynamische landbouw biedt namelijk op twee manieren een oplossing voor de huidige crises in de landbouw. Ten eerste werken biodynamische boeren zonder kunstmest, bestrijdingsmiddelen en geïmporteerd krachtvoer voor vee. Daardoor dragen zij niet bij aan het stikstofprobleem en is de uitstoot naar lucht en water gering. In de gangbare landbouw worden kunstmest en krachtvoer (soja) juist zo kwistig gebruikt dat er een stikstofoverschot ontstaat. Biodynamische boeren halen benodigde stikstof uit de lucht en binden het aan de bodem door vlinderbloemige gewassen, zoals verschillende klavers. ‘Kunstmest is helemaal niet nodig”, zegt Van den Berg. “Dat is zó 1900.” Dat het inderdaad anders kan, begint nu ook in de gangbare landbouw te dagen.
Ten tweede wordt in de biologisch-dynamische landbouw precies zo veel vee gehouden als nodig is om de gewassen te bemesten. Zo ook op de Stadsboerderij van Van den Berg en echtgenoot Tom Saat. Er is dus ook geen mestoverschot, zoals in de gangbare landbouw. Zo’n gemengd bedrijf, met zowel akkerbouw als vee (zoals dat voor de oorlog gemeengoed was in Nederland), kan zomaar een uitweg zijn uit de landbouwcrises.
Diervriendelijkere bedrijfsvoering
De biodynamische landbouw kent bovendien allerlei diervriendelijke praktijken, zoals het niet-onthoornen van koeien. “Ook ‘kalf bij de koe’ krijgt nu veel aandacht”, zegt Van den Berg. “Onze naam wordt er niet perse mee verbonden, maar dat soort initiatieven begonnen ook bij biodynamische boeren.”
Een andere belangrijke speerpunt van de biodynamische landbouw is de samenhang tussen landbouw, natuur en landschap. Dat ziet Van den Berg tegenwoordig terug in het integreren van landschapselementen zoals heggen, bomenlanen en houtwallen in het boerenbedrijf en de mix van natuur en landbouw in wat nu agroforestry heet. “Biodiversiteit bevorder je daarnaast ook door een grote variatie aan gewassen te telen. Dat is zo belangrijk voor insecten en vogels en is ook vanaf het begin een belangrijke speerpunt in de biodynamische landbouw."
5 lessen
Inmiddels is het 100 jaar geleden dat de eerste ideeën over biodynamische landbouw geopperd werden. Wat kunnen we ervan leren? Van den Berg deelt haar 5 belangrijkste lessen.
1. Durf niets te doen
“Ik heb geleerd dat je in de biologisch-dynamische landbouw een soort overgave nodig hebt, geduld en vertrouwen. Raak niet in paniek, want veel trekt zich in de loop van het seizoen gewoon recht. Durf niets te doen, want als biologisch-dynamische boer kom je met geduld en vertrouwen een stuk verder.” Dat is wezenlijk anders dan de gangbare landbouw, waar ‘alles onder controle houden’ hoogtij viert.
2. Zie de landbouw als één geïntegreerd systeem
Het is daarnaast essentieel om de (biologisch-dynamische) landbouw als één geïntegreerd systeem te beschouwen, zegt Van den Berg. “Een rotatieschema van gewassen (ook wel vruchtwisseling genoemd) van zeven of acht jaar is het uitgangspunt. Als je denkt: ik gooi dat jaar met grasklaver er toch maar uit, of dat jaar met graan, dan kom je als biodynamische boer in de problemen. Je krijgt bijvoorbeeld onkruidproblemen, ziekte in de gewassen of de bemesting werkt niet goed. Dat komt omdat de bodem verslechtert.”
Dat uit zich vervolgens ook in plassen op het land, of juist verdroging. “Maar de grond van biologisch-dynamische boeren is over het algemeen juist enorm flexibel en klimaatbestendig. Ik denk ook weleens als het langdurig regent: ‘Dit komt nooit meer goed.’ Maar drie dagen later zijn we alweer volop aan het zaaien.”
3. Koeien zijn onmisbaar
De koeien op haar boerderij bezorgden Van den Berg soms hoofdpijn. “Dan moest ik er ’s nachts weer uit omdat er iets met ze was en dacht ik: ‘Waarom moeten wij zo nodig koeien houden?’ Maar we kunnen echt niet zonder ze. Ze zijn hartstikke belangrijk voor de boerderij, vormen het motortje achter onze productie. En als je dertig jaar bezig bent, wordt zo’n kudde steeds eenvoudiger te houden.”
Gewassen voeden met de ruige mest van je eigen koeien geeft betere resultaten, zegt Van den Berg. “Er treedt een soort herkenning op in de bodem. De koeien zelf leveren ons in geld niet zo veel op. Alleen een klein beetje vlees – we houden geen melkkoeien. Maar hun mest vermengd met stro is goud
4. Zoek de verbreding en aansluiting
De Nederlandse biodynamische beweging was in de afgelopen honderd jaar een kleine subcultuur, die niet al te vaak naar buiten trad. Van den Berg: “Sinds ik voorzitter van Demeter ben – en dat komt niet alleen door mij – zoeken we meer naar de verbreding en verbinding. We hebben nu goede banden met consumentenorganisaties en ngo’s als Greenpeace en Milieudefensie, die zich hard maken voor een duurzame transitie van de landbouw.” Op initiatief van Demeter werd twee jaar geleden bijvoorbeeld het Groenboerenplan opgesteld en de politiek bestookt. “Er is een heel netwerk uit voortgekomen dat nog steeds lobbyt in Den Haag. We hebben allemaal wel door dat er fundamentele veranderingen nodig zijn.”
Ook mag het wereldwijde keurmerk Demeter van biodynamische producten van haar meer bekendheid krijgen. “Ik zie het zelf wel op allerlei plekken. Maar ja, mijn bubbel is natuurlijk oranje-groen (de kleuren van Demeter, red.). In de mainstream is het nog onbekend.”
5. Opschaling kan, maar wel onder voorwaarden
Sceptici beweren soms dat biologische en biodynamische landbouw de wereld niet kunnen voeden, omdat ze te weinig voedsel produceren per hectare. Van den Berg stelt juist het omgekeerde: het grondgebruik van de gangbare landbouw is inefficiënt. “Zo’n 65 jaar geleden heeft de landbouwrevolutie plaatsgevonden, die de productiviteit omhoog joeg. Maar kijk eens wat die vooruitgang ons heeft gebracht. Door erosie, watertekort en vervuiling is er enorm veel landbouwgrond verloren gegaan.” De gangbare veehouderij is afhankelijk van de import van krachtvoer, zegt Van den Berg, waarvoor in Brazilië en andere landen roofbouw op de natuur wordt gepleegd. “We zullen ook op een ander dieet over moeten stappen en onze vleesconsumptie moeten terugdringen.”
Ja, er is behoorlijk wat grond nodig voor biodynamische landbouw. Maar in Nederland is voldoende grond, vervolgt Van den Berg, als je ook natuurgronden en landgoederen inzet. “Koppel natuurgebieden aan biodynamische landbouw, en je hebt een win-winsituatie. Of aan landgoederen waar je een combinatie van functies hebt: landschap, landbouw, recreatie en zelfs wonen.”
Het verzet tegen de verduurzaming van de landbouw is enorm, weet Van den Berg. “Dat merkten we ook aan tafel bij het overleg over het Landbouwakkoord. Het Groenboerenplan, dat echt een uitweg biedt, wordt stelselmatig aan de kant gezet. Veel van de weerstand wordt aangeblazen vanuit de agro-industrie, die alles uit de kast haalt om het huidige model te behouden.” Maar uiteindelijk is dat een achterhoedegevecht, denkt Van den Berg. “We gaan in de komende 100 jaar veel meer vormen van duurzame landbouw als de onze zien – dat is mijn vaste overtuiging.”
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.