De impact van vlees en zuivel op het milieu en klimaatverandering liegt er niet om. Tweederde van alle landbouwgrond ter wereld wordt volgens Greenpeace gebruikt als weiland voor grazende dieren of de teelt van veevoer. Daar sneuvelde al veel natuur voor. Daarnaast is de wereldwijde veehouderij volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties verantwoordelijk voor 14,5 procent van alle uitstoot van broeikasgassen. De Nederlandse veehouderij draagt voor 12 procent bij aan de uitstoot van broeikasgassen van eigen land en is verantwoordelijk voor zo’n 65 procent van de stikstofuitstoot in Nederland.
Wil je duurzamer leven? Dan doe je er dus goed aan om je voedingspatroon aan te passen. Uit cijfers van Milieu Centraal blijkt dat de CO2-reductie groot is als je overstapt naar een plantaardig dieet. Bij de productie van een kilo peulvruchten komt bijvoorbeeld 1 kilo CO2 vrij, terwijl een kilo lamsvlees al goed is voor 51 kilo CO2. In de Nationale Week zonder Vlees en Zuivel, die van 4 t/m 10 maart plaatsvindt, laten zoveel mogelijk mensen dierlijke producten een week lang staan.
Plantaardig eten ongezond?
Nadine Blom merkt dat steeds meer mensen overtuigd raken van een plantaardig dieet. “Als er een nieuwe Netflix-documentaire over veganisme online staat, zien we meteen een stijging in aanmeldingen bij onze praktijk.” Klanten zien er de gezondheidsvoordelen van in, maar willen niet zomaar rigoureus overstappen op een plantaardig dieet, vervolgt ze: “Dus helpen we hen bij onze diëtistenpraktijk Sisters About Food met een gezond en gebalanceerd voedingspatroon. Want plantaardig eten is niet automatisch gezond eten.”
“Sommige veganistische nieuwe voedingsmiddelen kunnen namelijk nog steeds sterk bewerkt zijn, met veel verzadigde vetten en weinig vezels. Door een variatie van noten, peulvruchten, volkoren granen, groenten en fruit krijg je die gezondheidsvoordelen wel.” Maar nogmaals: plantaardig eten is dus niet per definitie gezonder. Zo, dat is alvast één mythe ontkracht. Dit zijn zes andere misvattingen die Blom vaak hoort - en die ze graag weerlegt.
1. Overstappen op een plantaardig dieet is lastig
Blom stapte zelf vijf jaar geleden over op een volledig plantaardig dieet. “Ik woonde toen in Australië, daar was een enorm gevarieerd aanbod aan veganistische producten.” Het maakte de overgang makkelijker, maar ze herkent het beeld dat overstappen naar een plantaardig dieet lastig kan zijn van haar cliënten. “Het ligt er natuurlijk aan waar je vandaan komt: eet je vlees en word je vegan, of ben je al vegetariër?” Ze raadt in beide gevallen aan om allereerst je favoriete gerechten onder de loep te nemen: welke ingrediënten zijn te vervangen voor vegan alternatieven, waardoor je ook deze gerechten kan blijven eten? “Van ingrediënten als kookroom, crème fraîche en feta is tegenwoordig al een goede veganistische variant te krijgen. Met dit soort producten is al een hoop mogelijk.”
Ook hoeft de overstap niet over één nacht ijs te gaan. “Begin bijvoorbeeld thuis veganistisch te eten. Kijk vervolgens wat er mogelijk is bij restaurants of als je bij vrienden gaat eten. En help anderen een eindje op weg, als zij voor jou gaan koken. Op die manier doe je het samen en is het makkelijker om er een gesprek over te voeren.” Vlees en zuivel eten zit nou eenmaal diep verankerd in onze cultuur, zegt ze: “Die emotionele band maakt het voor veel mensen lastig om volledig plantaardig te eten.”
2. Plantaardig eten leidt tot een tekort aan allerlei belangrijke voedingsstoffen
Het voedingssupplement dat Blom altijd aanraadt om bij te slikken, is B12. Dit is nodig voor de aanmaak van rode bloedcellen en een goede werking van het zenuwstelsel en het klopt dat het tegenwoordig alleen in dierlijke producten zit. “Soms krijg ik daarom de vraag of plantaardig eten dan wel gezond is, als we supplementen moeten slikken.” Toch heeft het geen dierlijke oorsprong, het wordt door bacterien gemaakt.
Van ijzer wordt vaak aangenomen dat veganisten het ook bij moeten slikken, maar volgens Blom is dat lang niet bij iedereen het geval. “Soms is het extra nodig voor kinderen, zwangeren of wanneer je borstvoeding geeft, maar dat is heel persoonlijk. Het is zeker niet zo dat alle veganisten een ijzertekort hebben omdat ze geen vlees eten.” Het enige dat echt nodig is B12 en vitamine D. “Maar dat laatste geldt voor alle Nederlanders, met het zwakke zonlicht hier.”
3. Een plantaardig dieet is eentonig
Een dieet van alleen maar groenten en bonen? Blom moet lachen om de beschrijving. “Ik ben juist een stuk gevarieerder gaan eten en gaan experimenteren met allerlei smaken.” Het vraagt alleen aan het begin wat meer creativiteit, dat geeft ze toe. “Maar het internet staat vol inspiratie en zelfs in de Allerhande staan er nu allerlei vegan recepten. Het is aanpassen, maar eentonig hoeft het echt niet te zijn.”
Als tip geeft ze om veel kruiden en specerijen te gebruiken. “Aan het begin vond ik het bijvoorbeeld lastig om ei te missen. Toen kocht ik Kala namak, ook wel Zwart Himalaya Zout genoemd, dat de smaak van gekookt ei heeft. Dat combineerde ik met tofu, om scrambled tofu te maken.” Ook combineert Blom oesterzwammen met shoarmakruiden. “In een pitabroodje is dat heerlijk.”
4. Vleesvervangers zijn ongezond
Toegegeven: in veel vleesvervangers zit veel zout. “Maar je moet niet vergeten dat vlees vaak ook heel veel zout bevat, en bovendien veel verzadigde vetten.” In haar praktijk beveelt Blom zoveel mogelijk aan om voor peulvruchten, soja en noten te gaan, waar veel eiwitten, zink en ijzer in zitten. Of voor een vleesvervanger zoals tofu, seitan of tempeh. “En als het een keer makkelijk is in een recept om wel een vleesvervanger te gebruiken, weet dan dat het zeker niet minder gezond is dan vlees.”
5. Plantaardig eten is duur
Een tiental cent extra voor plantaardige melk, dure vleesvervangers, talloze avocado’s per week: plantaardig eten heeft de naam aardig in de papieren te kunnen lopen. Toch is dat niet de realiteit die Blom ziet. “Plantaardig eten kan juist goedkoper zijn dan een dieet met vlees. Eet je bijvoorbeeld veel peulvruchten in plaats van vleesvervangers? Dan ben je al snel goedkoper uit. Koop je vervolgens seizoensgebonden groente en fruit? Dan scheelt dat ook weer.”
Het enige dat écht aantikt bij haar, zijn noten, plantaardige zuivelvervangers en bewerkte plantaardige producten. “Die koop ik vaak in grootverpakkingen, dat scheelt wat.” Maar noten zijn er niet alleen voor veganisten, vervolgt Blom: “Het Voedingscentrum adviseert voor iedereen een handje noten per dag, dus dat zijn kosten die iedereen maakt. Als plantaardig eten normaler wordt, verwacht ik dat de prijs van allerlei producten naar beneden gaat.”
6. Met een plantaardig dieet is het moeilijk om voldoende eiwitten binnen te krijgen
Een van de eerste vragen die Blom krijgt van mensen die bij haar komen, gaat over het binnenkrijgen van voldoende eiwitten. Blom, die afgestudeerd is als sportdiëtist, bestrijdt het beeld dat een plantaardig dieet weinig eiwitten bevat. “Tijdens mijn opleiding sportdiëtetiek leerde ik dat sporters ook goed kunnen presteren en herstellen met plantaardige eiwitten. Ik begeleid veel mensen die op hoog niveau sporten én plantaardig eten. Het kan dus zeker.”
Mensen denken vaak dat je veel meer eiwitten nodig hebt dan het geval is, benadrukt Blom. Op de website van het Voedingscentrum staat dat mensen gemiddeld per kilogram lichaamsgewicht 0,83 gram eiwit per dag nodig hebben. Dat komt neer op zo'n 58 gram eiwit voor iemand van 70 kilo. Voor sporters die spiermassa op willen bouwen ligt dat aantal iets hoger. “Het is een misvatting dat die eiwitten alleen in dierlijke producten zitten. Noten, zaden, peulvruchten, volkoren granen en sojamelk bevatten ook allemaal eiwitten.” Wel is het belangrijk om te weten is dat de caloriedichtheid van plantaardig voedsel minder is dan bij dierlijke producten. Het is daarom belangrijk om meer te eten, om hetzelfde volume aan eiwitten binnen te krijgen.
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.