Je groeide op in een familie met beroepen in de zorg en het onderwijs. Zelf studeerde je geschiedenis. Hoe kwam je in de bankenwereld terecht?
“Mijn ouders runden samen een huisartsenpraktijk en apotheek in het Noord-Friese Sint Annaparochie. We woonden midden in het dorp, met allerlei verschillende mensen om ons heen. Arm, rijk, het maakte niet uit, iedereen hielp elkaar. Het maatschappelijke element dat later in mijn werk terug zou komen, speelde daar een belangrijke rol.
Er wordt gezegd dat mensen met een achtergrond in de geesteswetenschappen het goed doen in het bedrijfsleven. Omdat mijn man en ik als twee historici een onzekere toekomst tegemoet gingen, heb ik na mijn geschiedenisstudie een MBA-opleiding gedaan. Ik dacht aan een toekomstige functie in museummanagement of iets dergelijks. Maar ik kreeg daar college van een bestuurder van de Nederlandse Middenstandbank (NMB, sinds 1992 ING Bank, red.), die vertelde over hoe die bank Zuid-Amerikaanse landen hielp om hun schulden te reduceren. Zó interessant! Ik begon in te zien dat bankieren mensenwerk is, en geld slechts een middel.
Later kon ik zelf bij NMB aan de slag. Ik werkte nauw samen met ontwikkelingsbanken; het was altijd mijn ideaal om daar te gaan werken. Toen kwam BNG Bank in beeld, de Bank Nederlandse Gemeenten die overheden en publieke instellingen financiert. Ook een soort Wereldbank dus, maar dan voor Nederland.”
Als je terugkijkt op zestien jaar als directeur bij BNG Bank, waar ben je dan het meest trots op?
“Dat we een gemotiveerd team waren, en dat we tijdens de kredietcrisis van 2008 zo’n belangrijke rol hebben gespeeld in de continuering van de financiering van de (semi-) publieke sector. Andere banken hadden toen geen of weinig financieringsmogelijkheden, maar wij hebben ervoor gezorgd dat ondanks de crisis allerlei projecten konden doorgaan. Omdat BNG Bank een heel veilige bank is, konden we geld blijven aantrekken van de kapitaalmarkt. Zoals honderden miljoenen euro’s voor nieuwbouw aan ziekenhuizen.
Over de meerwaarde van een historicus gesproken: historisch besef ontbreekt vaak in de financiële sector. Men is de crisis van 2008 allang weer vergeten en gaat op dezelfde voet door. Dit is ook waar Triodos Bank nu tijdens de coronacrisis op hamert met ‘reset de economie’: laten we anders gaan financieren, zodat we straks niet terug bij af zijn.”
Wanneer dacht je: ik wil naar Triodos Bank?
“Eigenlijk heb ik heimelijk altijd al bij Triodos Bank willen werken. Peter Blom ken ik al sinds mijn begintijd bij ING, omdat we toen een renewable energy desk opzetten en hij pionier in windenergie was. Ik heb ook jarenlang in de raad van toezicht van het Hivos-Triodosfonds gezeten. Als ik daarvan thuiskwam, zei mijn man: ‘Wat kijk je vrolijk, je bent zeker weer bij Triodos geweest.’”
Wat maakte je zo vrolijk?
“De manier waarop er over bankieren werd gepraat, veel minder over de financiële en technische kant maar meer over ‘wat willen we bereiken met de middelen die we hebben’. En dat je zag waar het geld naartoe ging. Het niveau van de discussies ook: wat financieren we wel en wat niet, en waarom. Dat merk ik ook nu in vergaderingen. Ik opperde laatst om een groot ziekenhuis te financieren, maar dan wordt er eerst echt gekeken of we zicht kunnen krijgen op waar het geld precies voor wordt gebruikt.”
Wat is jouw visie op duurzaam beleggen?
“We kunnen het beter hebben over impactbeleggen, dat is de overtreffende trap. Duurzaam beleggen wordt nu wel gemeengoed, maar het beperkt zich vaak tot uitsluiten van controversiële industrieën of het selecteren van de minst slecht scorende binnen vervuilende sectoren. Dit heeft met duurzaamheid weinig te maken. De hoofdfocus ligt bij impactbeleggen niet op hoe een bedrijf presteert ten opzichte van concurrenten, maar op wat het bedrijf aantoonbaar oplevert voor de wereld. Dat is een wezenlijk onderscheid in vergelijking met veel andere aanbieders.
Het is belangrijk dat we duurzaamheid breder trekken dan alleen CO2-reductie. Sociale verduurzaming is óók belangrijk, zeker in de huidige wereld. Kijk naar de groeiende ongelijkheid, die nu extra duidelijk wordt sinds de coronacrisis. Bij BNG Bank maakte ik me al hard voor een bredere opvatting van duurzaamheid, bijvoorbeeld via een project rondom schuldhulpverlening. En bij Triodos Bank is sociale inclusie zelfs een van de kernthema’s. We kunnen niet de hele wereld verbeteren, maar wel voorkomen dat grote groepen mensen worden uitgesloten. Ook dat moet belangrijk zijn bij impactbeleggen.”
Waarmee moet Triodos Bank volgens jou aan de slag?
“Volgens mij kan er nóg meer met sociale inclusie. Niet alleen via financiering, maar ook door de krachten van leen- koop- en schenkgeld vaker te bundelen. Dat is naar mijn mening een unieke kracht van Triodos Bank, en ik ga me daar hard voor maken. Aardpeer is een mooi voorbeeld: dit nieuwe initiatief voor duurzame landbouw heeft een platform opgericht waar iedere Nederlander zich kan verbinden aan grond voor boeren met een missie en nieuwe voedselinitiatieven, zoals Herenboeren en voedselbossen. Aan deze boeren wordt grond ter beschikking gesteld voor een redelijke prijs zodat ze de natuur centraal kunnen stellen. Ons Regenerative Money Centre is een van de initiatiefnemers en brengt capaciteit en financiële expertise in, waarmee het dus verder gaat dan investeren, lenen of schenken.
Duurzaam vermogensbeheer willen we voor een bredere groep mogelijk gaan maken, en ook meer vanuit een holistische aanpak. Grip krijgen op je financiële situatie en bewust omgaan met geld gaan heel goed samen. Dus niet alleen financieel rendement nastreven, maar ook de vraag stellen: met welk doel wil je eigenlijk vermogen opbouwen? Om een studie van je kind te financieren? Een huis te kopen? En hoe kan jouw vermogen bijdragen aan positieve verandering in de wereld?
En de zichtbaarheid vergroten – ik denk dat daar nog een hoop te winnen is.”
Hoe ga je Triodos Bank bekender maken?
“Door mijn netwerk in te zetten. Ik kom via mijn netwerk eerder in contact met partijen die niet snel aan Triodos Bank zouden denken, en vice versa. Ik ben een soort oliemannetje, of –vrouwtje eigenlijk, en die rol ligt mij goed. Zo ben ik ook binnen het team: ik hoef niet zelf te scoren, maar vind het leuk om elkaar vooruit te helpen.”
Je kunt als topvrouw een rolmodel zijn voor jonge vrouwen. Wat wil je hen meegeven?
“Doe wat je leuk vindt en waar je hart ligt, je studie maakt niet zoveel uit. En praat veel met mensen. Daar heb ik zelf altijd veel aan gehad. Dus schroom nooit om contact te zoeken met mensen die mogelijk iets voor jou en je ambities kunnen betekenen.”
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.