De onderstaande column verscheen op 16 oktober in Het Financieele Dagblad als onderdeel van een reeks opinieartikelen van Kees Vendrik waarin hij zijn visie geeft over economische en politieke vraagstukken.

Het regeerakkoord, dat de afgelopen week het licht zag, is voer voor doorzetters. Pagina’s lang wordt de lezer meegevoerd langs gedetailleerde maatregelen. Volgens Mark Rutte is visie ‘een olifant in de kamer waar je langs heen wilt kijken om waar te kunnen nemen wat zich achter de olifant bevindt’. Visionair is het regeerakkoord niet te noemen. Het centrale idee achter de vele voorstellen — wat wordt beoogd? — valt niet altijd goed te snappen. Ook het beschikbare inzicht in de effecten van het regeerakkoord — wat wordt bereikt? — beperkt zich tot de budgettaire en economische effecten van de financiële bijlage van het akkoord.

Nieuwe kabinet heeft kans om de draad van het brede welvaartsbegrip weer op te pakken

Doorgeschoven rekening

Hoewel beperkt geeft zo’n reality-check toch inzicht. Zo weten we — dankzij deze doorrekening — dat de miljarden die worden besteed aan lagere lasten niet leiden tot een beter functionerende arbeidsmarkt. Dat wijst niet op goed besteed geld en dat klemt des te meer omdat deze lastenverlichting bijdraagt aan een verslechterd structureel begrotingssaldo. Hier wordt een rekening doorgeschoven naar de toekomst, wonderlijk genoeg door partijen die in slechte tijden topprioriteit gaven aan bestrijding van het overheidstekort.

Of we daarvoor uiteindelijk een duurzamere en innovatievere economie terugkrijgen weten we niet. Een breder zicht op de gevolgen voor economie en samenleving is niet beschikbaar. Vragen als: wat zijn de verwachte effecten van het klimaatbeleid, wat betekent het akkoord voor de arbeidsmarktpositie van kwetsbare groepen, enzovoorts, wachten nog op antwoord. Dat is vreemd, want de partijen stellen zelf op de eerste pagina: ‘(Maar) een goed land is meer dan alleen macro-economische cijfers (…)’. Het zal dus moeten komen van het nieuwe kabinet dat nu wordt geformeerd.

CV

KEES VENDRIK

Kees Vendrik is hoofdeconoom van Triodos Bank. Vendrik houdt zich in deze functie bezig met onderzoek naar financiële, sociale en politieke vraagstukken en het stimuleren van de dialoog over geld en duurzaamheid. Daarnaast is hij sinds 1 september actief als lid van de raad van advies van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Vendrik was eerder lid van het college van de Algemene Rekenkamer en lid van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks.

> raad van advies van het Centraal Bureau voor de Statistiek
> Algemene Rekenkamer

Kees Vendrik, hoofdeconoom Triodos Bank
Kees Vendrik, hoofdeconoom Triodos Bank

De afgelopen jaren heeft de wereldgemeenschap grote stappen gezet om beter grip te krijgen op de welvaartsontwikkeling en maatschappelijke vooruitgang. Menig onderneming hanteert ‘people-planet-profit’ als richtsnoer en ijkpunt voor de bedrijfsstrategie.

Sustainable Development Goals

In 2015 zijn in het verband van de Verenigde Naties de 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) afgesproken, die gezamenlijk een routekaart vormen voor de menselijke beschaving tot 2030. De SDG’s passen in een langlopend debat over ons welvaartsbegrip en de wijze waarop de overheid haar beleid formuleert en evalueert.

Robert Kennedy twijfelde in de jaren ’60 van de vorige eeuw al openlijk aan het bruto nationaal product als maatstaf voor onze welvaart en velen gingen hem na. De Nobelprijswinnaars Joseph Stiglitz en Amartya Sen braken in 2009 een lans voor een breed welvaartsbegrip. De wereld is te complex om zich te laten vangen in een enkel cijfer. Overheden hebben veel op hun bord liggen en opereren in complexe systemen met vaak tegenstrijdige belangen. Alleen met een integrale, brede blik kan overzicht worden behouden en verkokering tussen beleidsvelden worden doorbroken.

Juist kabinet dat zich richt op ‘gewone’ Nederlanders gebaat bij brede blik

De SDG’s zijn bovendien een recept tegen groepsegoïsme en de waan van de dag door de belangen van mensen elders en die van de toekomstige generaties te articuleren. Zo’n holistisch perspectief is niet eenvoudig, maar wel noodzakelijk. Juist een kabinet dat zich richt op het welzijn van ‘gewone Nederlanders’ zou gebaat zijn bij zo’n brede blik.

Publieke verantwoording

Exact tien jaar geleden bracht toenmalig minister van Financiën Wouter Bos zijn eerste Miljoenennota naar het parlement. Daarin stond een prachtig hoofdstuk over het brede welvaartsbegrip. Voor het eerst waagde ’s lands schatkistbewaarder zich aan de even gevoelige als noodzakelijke discussie hierover. De winst was van korte duur. Een jaar later brak de financiële crisis uit en domineerde economische ellende de politieke agenda. Dat werd niet beter in de jaren daarna met de sterke focus op overheidstekorten.

Het nieuwe kabinet in wording kan deze draad weer oppakken. Aan de Tweede Kamer zal het niet liggen. In 2016 bracht de parlementaire commissie Grashoff een unaniem advies uit over het brede welvaartsbegrip. Volgend voorjaar gaan het Centraal Bureau voor de Statistiek en de planbureaus hierover rapporteren bij Verantwoordingsdag. Daarop moet niet worden gewacht. Een brede publieke verantwoording van een nieuw kabinet begint bij een regeringsverklaring met deugdelijk en dus breed zicht op de verwachte effecten. Dat helpt de boel vooruit, om te beginnen de nieuwe ministers zelf. Zij zullen toch ook willen weten, voor welk beleid zij eigenlijk tekenen? Dus: pak de Miljoenennota 2008 erbij en zoek de olifant. Hoofdstuk 2, pagina 13.

> Lees de andere columns die Kees Vendrik voor Het Financieele Dagblad schreef